DE VERHALENVERTELLER
Het was lang geleden dat Max zijn dochter Lisa had horen lachen. Dat was het eerste dat hem te binnen schoot toen de tienjarige Lisa en de andere kinderen voor hem in lachen uitbarstten en gilden van plezier. Iets wat altijd normaal was geweest, maar tegenwoordig minder vanzelfsprekend was.
De oorzaak van het gelach was het verhaal dat de tachtigjarige Arthur Goverts aan het vertellen was in het buurthuis. Arthur was een geboren verteller die in geuren en kleuren kon vertellen. Van sprookjes tot wat hij die dag had meegemaakt. Alles wist hij vol enthousiasme over te brengen met zijn prettige en warme stemgeluid. Het had iets magisch hoe hij zijn verhalen opbouwde en zijn publiek wist te bespelen.
Met open mond zaten de kinderen uit de wijk te luisteren naar een spannend en grappig verhaal over twee dappere kinderen die op avontuur gingen in een uitgestrekt bos.
Het was voor het eerst in een half jaar dat het plaatselijke buurthuis weer open was en er een middag met activiteiten voor kinderen werd georganiseerd. Het buurthuis lag in een volksbuurt waar gezinnen het niet breed hadden en voor veel kinderen was een middagje ontspanning een welkome afwisseling.
Regenachtig decemberweer en technische problemen dreigden aanvankelijk vroegtijdig een einde te maken aan het programma, dat bestond uit spelletjes spelen en een vertoning van een familiefilm op een groot scherm met warme chocomel voor iedereen. Vanwege het slechte weer was de opkomst aan de magere kant en uitgerekend de beamer was niet aan de praat te krijgen.
Arthur, die als vrijwilliger meehielp om de middag in goede banen te leiden, was de redder in nood. In plaats van een filmvertoning zorgde hij persoonlijk voor een avonturenverhaal dat ouderwets werd verteld, met gedimde lichten voor de sfeer.
Ondanks dat de regen met bakken uit de lucht viel en op het dak van het buurthuis kletterde, wist Arthur zich goed verstaanbaar te maken en de aandacht van de kinderen vast te houden. De regen maakte zelfs onderdeel uit van zijn vertelling: de personages uit zijn verhaal moesten schuilen voor een regenbui tijdens hun tocht door de bossen. Een personage viel ook languit in een regenplas, dat kon rekenen op luid gelach van de jonge luisteraars.
Achterin het buurthuis zaten Max en enkele andere ouders die hun kinderen vergezelden. Een groepje volwassenen dat het lachen grotendeels was vergaan. Sommigen hadden hun baan verloren, anderen dierbaren en weer anderen waren het grootste deel van de dag boos op de wereld of op mensen die het beter hadden in de huidige crisis. Wat ze gemeen hadden met elkaar was dat ze allemaal met moeite de eindjes aan elkaar knoopten.
Het stoorde Max dat veel ouders geen aandacht hadden voor het verhaal van Arthur. De meeste ouders zaten verveeld op hun telefoon te kijken, scrollend door hun social media feed. Arthur hoorde een buurvrouw die op een stoel voor hem zat mopperen tegen een vriendin terwijl ze een foto liet zien op haar telefoon. Ze had het over een collega op het werk die net op vakantie was geweest en nu doodleuk op Facebook aankondigde rond de feestdagen opnieuw een weekend weg te gaan. De vrouw snapte niet waar haar collega het geld vandaan haalde. Om gek van te worden vond ze het. Op fluistertoon volgde een complete tirade.
Hij deed zijn best om het gefluister te negeren, maar Max bleef delen van het gesprek opvangen door het verhaal van Arthur heen. Misschien was dat ook wel het grootste probleem in de wereld, dacht hij. Dat veel mensen altijd bezig waren met zaken die hen boos of jaloers maakten, terwijl ze geen aandacht schonken aan wat er recht voor hun neus gebeurde.
Max voelde de neiging om tegen de klagende vrouw te zeggen dat het slim was om haar telefoon weg te stoppen als ze er zo ongelukkig van werd, maar besloot te zwijgen. Het zou alleen maar tot een zinloze discussie leiden en die werden er al genoeg gevoerd. Daarnaast wilde hij ook niet degene zijn die het verhaal van Arthur onderbrak.
Een luid applaus steeg niet veel later op vanuit de andere kant van het buurthuis. Het verhaal van Arthur was afgelopen en de kinderen klapten en juichten er vrolijk op los. Er was nog extra tijd om even vrij te spelen en spelletjes te doen en die kans werd door de kinderen gelijk aangegrepen.
Na even gesproken te hebben met buurtbewoners zag Max dat Arthur met een andere vrijwilliger stond te praten in een hoek. Hij deed al pratend zijn jas aan, wat niet heel soepel ging, en trok een grimas. De collega van Arthur keek bezorgd en leek te vragen of het goed met hem ging. Arthur glimlachte en knikte. Leunend op zijn wandelstok liep hij richting de voordeur van het buurthuis.
Max liep hem tegemoet. ‘Dat was een leuk verhaal, Arthur,’ zei hij. ‘U zou vaker verhalen moeten vertellen hier.’
Arthur wuifde met een hand. ‘Hoe vaak moet ik het nog zeggen? Zeg gewoon je of jij, Max. Kon je het een beetje volgen? Ik had het idee dat veel ouders meer in hun telefoon zaten dan hier in het buurthuis.’
Max grinnikte en liep mee naar de voordeur. ‘Klopt, maar ik kon het goed volgen. Gaat u… ga je nu al naar huis?’
‘Ja,’ antwoordde Arthur en bleef voor de ingang staan, zuchtend. ‘Met mijn koppie is niets mis, maar de rest wordt steeds sneller moe. Ik moet thuis gaan uitrusten van het verhaal dat ik net heb verteld. Kun je je dat voorstellen? Een paar jaar geleden had ik een hele dag verhalen kunnen vertellen. Zonder problemen. Maar je hoort mij niet klagen. Ik heb net een mooi verhaal verteld en het jonge publiek even op sleeptouw genomen naar een andere wereld. Dat maakt het de moeite waard.’
‘Je blijft een eeuwige optimist.’
Arthur haalde zijn schouders op.
‘Kan er niets aan doen,’ zei hij en wierp een blik op de andere ouders, die met elkaar in gesprek waren en somber keken. ‘Ik weet dat iedereen het zwaar heeft, maar je wordt je leven lang wel door iets of iemand neergeslagen. Soms hard, dan weer zacht. En iedere keer sta je weer op, klop je het vuil van je kleren en ga je verder. Je kunt je blindstaren op alle problemen en mensen die domme dingen doen, of er het beste van proberen te maken. Net zoals je moet waarderen wat je hebt en je jezelf niet moet verliezen in iets dat ontbreekt en-’
Arthur viel stil en rolde met zijn ogen.
‘Ik klink nu wel heel erg als een sentimentele oude zak,’ zei hij.
‘Als je geen verhalen meer hebt om te vertellen, kun je altijd nog tegeltjes met wijsheden gaan verkopen,’ zei Max.
Arthur liet een droog lachje horen. ‘Ik hou het bij verhalen. Ik heb er nog genoeg te vertellen en gelukkig is er altijd ergens een publiek te vinden. Ik denk dat we dankzij verhalen ons ook wel door de huidige ellende weten te worstelen.’
‘Zou fijn zijn als dat zo is.’
‘Ik weet het zo goed als zeker. Ik zou me pas echt zorgen maken als mensen stoppen met verhalen vertellen of er niet meer door geraakt worden en er iets van opsteken.’
Arthur keek naar de lachende kinderen die met elkaar aan het spelen waren. Het zag er gemoedelijk uit.
‘Goed, ik ga maar eens,’ zei hij.
Hij zette zijn pet op, knoopte zijn jas dicht en wilde net vertrekken toen zijn blik op iets viel. Even stond hij roerloos. Zijn onderlip begon zacht te trillen en zijn ogen werden vochtig.
‘Arthur?’ vroeg Max. ‘Gaat het?’
Arthur knikte timide en wees voor zich uit. Max volgde zijn blik en zag dat achterin het buurthuis een viertal kinderen zich had afgezonderd. Ze zaten op de grond in kleermakerszit en negeerden hun leeftijdgenoten die spelletjes aan het spelen waren. Een meisje van tien zat tegenover de andere drie kinderen en was bezig om een verhaal te vertellen. Een meisje dat eerder die avond verlegen binnen was gekomen en nu enthousiast praatte als een geboren verteller, grote gebaren makend. Net als bij Arthur ging het publiek volledig op in het verhaal, met open mond luisterend en lachend.
Het duurde een moment voor Max besefte dat hij naar zijn eigen dochter keek. Hij fronste zijn wenkbrauwen en lachte.
‘Krijg nou wat,’ zei hij. ‘Dat heb ik Lisa nog nooit zien doen.’
Arthur draaide zich om en klopte Max op zijn schouder. ‘Dan moet je beter opletten in het vervolg.’
De verhalenverteller die enthousiast zijn verhaal had verteld, nam afscheid van Max met een stem die oversloeg, geraakt door het tafereel dat hij zag. Tegelijkertijd klonk er hoop in zijn stem.
‘Zolang er nog verhalen worden verteld, komt het wel goed,’ zei Arthur en stapte de regenachtige decembermiddag in.
ACHTERGRONDINFORMATIE
De verhalenverteller is één van de vijf korte verhalen die in in de verhalenbundel Betere Tijden is opgenomen, gepubliceerd als e-book door Hebban.nl. In het kader van de Eindejaarsschrijfwedstrijd 2020 kon een verhaal ingestuurd worden over betere tijden aan de horizon. Van kerstverhalen tot hoopvolle verhalen over een betere toekomst. De winnaar en vier runners-up van de wedstrijd zijn uiteindelijk gepubliceerd. De verhalenverteller is één van de runners-up. Het e-book Betere Tijden kun je gratis downloaden als lid van Hebban.nl door op de onderstaande afbeelding te klikken.